Slapen op het strand, hoe idyllisch kan het zijn? Al mijmerend in de zon zie ik door de spijlen van de witte strandstoelen heen hoe de zee naar zand hapt. Het strand weert zich kranig, kruipt onder het witte sop uit en droogt zich in de aanwezige zon. De meeuwen spelen het spel der meeuwen, druk vliegen ze op wanneer een hond ze opjaagt, met snelle vleugels zoeken zij zich een weg in de blauwe lucht. Al krijsend, alsof ze het oneens zijn. Toch staan ze even later naast elkaar op het strand en lijken zich verzoend te hebben.
Verzoening, een heilzaam woord. Het is meer dan het bijleggen van een twist wanneer je het eens wordt met iemand en je je met die persoon verzoend. Het gaat verder. Want hoe is het gesteld met de verzoening met mijzelf? Ben ik tevreden, accepteer ik mijzelf? Hoe trots kan ik zijn op de persoon die ik ben, wat ik kan maar vooral ook niet kan, op wat ik doe en heb gedaan? Heb ik me verzoend met mijn imperfectie?
Leg ik mijn lat hierin niet te hoog? Creëer ik een goede balans tussen ambitie c.q. uitdaging en tevredenheid met datgene wat er is. Kan ik me verzoenen met de situaties die ontstaan waarbij soms (nog) om mijn acceptatie wordt gevraagd? Kan ik mij verzoenen en soms ook vergeven? In hoeverre beheers ik een bepaalde mate van zelfvergeving. Soms sta ik mezelf dit toe, op andere momenten ook zeker niet. In wezen is vergeven simpel wanneer ik eenmaal besef dat het niet over een ander maar over mijzelf gaat. Er is alleen bereidheid nodig, het is een keuze. Net als zoveel dingen in het leven ontstaan vanuit de keuzes die we maken.
Ik voel de zon nadrukkelijk in mijn gezicht, de wind speelt met mijn haren en ik proef de zilte zeelucht. Ik kijk naar binnen en op de muur van het strandhuis staat geschreven:
Ik verzoen me met de gedachte dat de vakantie eindigt, ik naar huis ga en mijzelf de opdracht meegeef om nog eens over het begrip verzoening, in de breedste zin van het woord, na te denken en te dromen. Het heeft iets zalvends en draagt vergeving in zich. Of ik mijzelf al volledig kan vergeven weet ik nog niet, dit neem ik mee op mijn reis. Op weg naar een volgende bestemming. En ik gun iedereen de gave om zich te verzoenen met wat of wie dan ook.