Wat als er niet betaald wordt …?

Wanneer een relatie eindigt ontstaat er vaak een verplichting in een voorziening of een bijdrage in het levensonderhoud.

De kinder- en/of partneralimentatie, al dan niet bekrachtigd in een beschikking door de Rechter. Meestal ontstaan hieruit geen problemen en komt men de verplichtingen na maar toch komt het ook voor dat de alimentatieplichtige niet aan de verplichting voldoet.

Wat nu als er niet betaald wordt?

De ontvangstgerechtigde kan dan het Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen, het LBIO inschakelen.

Wanneer kan dat?

  • Als de bijdrage door de Rechter is vastgesteld;
  • Als er minimaal 1 maand achterstand is (niet of te weinig betaald);
  • De betalingsachterstand moet minimaal € 10,00 zijn;
  • De achterstand mag niet ouder zijn dan 10 maanden;
  • Het rekeningnummer van de ontvangstgerechtigde moet bij de alimentatieplichtige bekend zijn.

Wat gebeurt er als de ontvangstgerechtigde het LBIO inschakelt?

Zodra de ontvangstgerechtigde het LBIO een verzoek heeft gestuurd gaat het Bureau aan de slag om de inning weer op gang te brengen.

Wat betekent dit voor de alimentatieplichtige?

  • N.a.v. het verzoek vraagt het LBIO de verschuldigde betalingen rechtstreeks aan de ontvangstgerechtigde te betalen. Daarover ontvangt de alimentatieplichtige een brief. Deze moet zorgen dat het LBIO binnen 3 weken na de brief een bewijs in handen heeft dat er (alsnog) is betaald;
  • Wanneer de volledige achterstand tijdig is betaald dan stopt de bemiddeling van het LBIO tussen de alimentatieplichtige en de ontvangstgerechtigde. er volgen geen verdere stappen en er worden ook geen kosten in rekening gebracht.

Wat als de achterstand niet volledig binnen de gestelde termijn is voldaan?

  1. Het LBIO neemt de inning over en start met de incassoprocedure. De alimentatiegerechtigde is dan niet slechts de 15% opslagkosten verschuldigd over de achterstand, maar ook over de maandelijkse alimentatie. Het LBIO kan overgaan tot beslaglegging bij een werkgever of uitkeringsinstantie.
  2. Blijkt dat (tijdelijk) geen beslag gelegd kan worden bij werkgever of uitkeringsinstantie dan schakelt het LBIO in principe een gerechtsdeurwaarder in. Naast de eerder genoemde opslagkosten komen dan ook deze kosten voor rekening van de alimentatieplichtige.
  3. Op het moment dat de achterstallige alimentatie binnenkomt bij het LBIO dan stort deze het ontvangen bedrag, onder aftrek van opslag- en eventuele executiekosten, zsm op de rekening van de ontvangstgerechtigde.
  4. Wanneer de achterstand volledig is ingelopen en er minimaal zes achtereenvolgende maanden de verschuldigde alimentatie, vermeerderd met de wettelijke opslagkosten, dan sluit het LBIO het dossier. De alimentatieplichtige wordt verzocht weer rechtstreeks aan de ontvangstgerechtigde te betalen.

Het is voor de alimentatieplichtige om daarna verder volgens afspraak te betalen. Hiermee wordt voorkomen dat de ontvanggerechtigde opnieuw een beroep op het LBIO doet. Wanneer opnieuw de inning door het LBIO wordt overgenomen dan verdubbelt de termijn waar de alimentatiegerechtigde via het LBIO betaalt. Is het de eerste keer dan is het zes maanden, de tweede keer een jaar en bij de derde keer twee jaar enz.

Mocht u in een dergelijke situatie dreigen te geraken, als alimentatieplichtige of ontvangstgerechtigde, schroom dan niet om een afspraak te maken. In gesprek gaan samen over de situatie die dreigt te ontstaan kan via mediation vaak erger voorkomen en ervoor zorgen dat de eerder beschreven procedures niet hoeven te worden aangegaan.

Vragen? Stel ze gerust!

Marcel Hondeveld MBA

MfN-Register- en Familiemediator

 

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.